Twee grote internationale crises van 1999 worden door Noam Chomsky op scherpe wijze bestudeerd. Zijn waarschuwing voor verdere escalatie van de humanitaire ramp in Oost Timor had niet duidelijker kunnen zijn. Chomsky laat zien dat het Westen niet zo heel veel had moeten doen om dit te voorkomen – een streng woordje met Jakarta zou waarschijnlijk genoeg zijn geweest. Maar Oost Timor is van weinig strategische waarde voor de VS en zijn bondgenoten en daarom deden zij niks. Duizenden werden gedood, honderdduizenden werden gedwongen hun huis uit te vluchten. Precieze gegevens kunnen moeilijk worden genoemd omdat het Westen weinig heeft gedaan om de gebeurtenissen te onderzoeken. Heel anders is in dit opzicht de situatie in Kosovo. In Joegoslavië werden tussen de bombardementen door honderden buitenlandse experts binnen gehaald om bewijzen te verzamelen over de beweringen van de US State Department en het Britse Home Office dat er duizenden mensen waren afgeslacht door de Serviërs. Getallen die niet door de feiten zijn bevestigd. Verder is het algemeen bekend dat de gruweldaden die wel plaatsvonden, voorkwamen in het kielzog van de NAVO bombardementen; dat deze een gevolg waren en niet de oorzaak. Humanitaire gronden waren niet de drijvende kracht achter de militaire interventie in Joegoslavië; hier waren, net zoals in Oost Timor, strategische belangen dominant. (Dit is de editie met harde kaft, hopelijk komt de veel goedkopere, zachte kaft ook nog uit.)