De jongeren Rooie Willem (Oskam), T en Kitty zijn ieder op eigen wijze betrokken bij de aanval op de Telegraaf en de Bouwvakkersopstand die begon op 14 juni 1966. Willem vecht, Kitty wordt verkracht door een marechaussee, T krijgt niets vermoedend een klap op zijn hoofd. T ontmoet dan Willem en zijn Rode Jeugd maar ziet hem pas in 1969 terug bij de Maagdenhuisbezetting. Kitty ontmoet hij in 1970. Zij gaat dan met Rooie Willem, een paar maanden later gaat ze met T. Vele jaren later kijkt Kitty, inmiddels dakloos en verslaafd, in een tijd van nieuw terrorisme, terug op hun revolutionaire jaren. In plaats van lid van het internationale rode leger, zoals ze spottend zegt, is ze nu van het leger der hopelozen. Maar ze blijft lachen.