Operatie Condor was een geheime coalitie van de veiligheidsdiensten van zes Zuidamerikaanse landen in een vuile oorlog tegen vermeende tegenstanders van de respectievelijke militaire regimes. De geheime dienst DINA van de voormalige dictator Augusto Pinochet initieerde de alliantie en Chili werd spoedig het hoofdkantoor van dit multilateraal staatsterroristisch netwerk. Met operationele ondersteuning van de CIA en Kissinger werden tussen de 15.000 en 30.000 mensen gefolterd, vermoord of ‘verdwenen’ op afschuweljike wijze. De doodseskaders opereerde voornamelijk in Argentinie en Chili, maar er werden zelfs – vaak met behulp van neo-fascisten – in Europa en de VS moord- en bomaanslagen gepleegd. De Amerikaanse onderzoeksjournalist John Dinges baseerd zijn nieuwe boek over dit folter- en moordnetwerk op interviews met zowel slachtoffers als daders, op teruggevonden (‘juridisch’) archiefmaterieel, secundaire literatuur en veel onderzoek. Een moordaanslag op een voormalige minister van Chili en Amerikaanse staatsburgers in Washington D.C. zaaide ook twijfel binnen de Amerikaanse regering over de wenselijkheid van CONDOR in de strijd tegen mogelijke vijanden.