Let op! Om diverse redenen kan de voorraad die hier op de website wordt getoond soms niet overeenkomen met de werkelijk aanwezige voorraad in de winkel.

Van Rijksdagbrand tot heden

1.75

De vraag wie de Rijksdag, het Duitse parlement, op 27 februari 1933 in brand heeft gestoken, nadat Hitler een maand eerder tot rijkskanselier was benoemd, is aanleiding geweest voor verbitterde debatten. Meteen na de brand schoven nazi’s en communisten elkaar de schuld in de schoenen en raakte de eenmansactie van Marinus van der Lubbe ondergesneeuwd door de propagandaslag van beide totalitaire grootmachten, fascisme en bolsjewisme, waartussen de versie van Marinus zelf: een sein tot opstand van het Duitse proletariaat, gemangeld werd. Alleen een handvol kameraden probeerde tegen de stroom in te roeien maar werd nauwelijks gehoord. Na de Tweede Wereldoorlog was het algemene gevoelen dat de nationaal-socialisten de ware aanstichters van de brand waren geweest. De uitdrukking ‘Rijksdagbrand’ werd zelfs een algemeen aanvaarde term om naar een door de staat geregisseerde provocatie te verwijzen met het doel de oppositie uit te schakelen. Toen de Duitse vrijetijdshistoricus Fritz Tobias rond 1960 met overvloedige bewijzen aantoonde dat Van der Lubbe wel degelijk op zijn eentje had gehandeld, kreeg hij een storm van kritiek te verduren op grond van de drogreden: als je de nazi’s ‘vrijpleit’ van betrokkenheid bij de Rijksdagbrand, dan trek je in principe hun schuld in twijfel wat al hun andere misdaden betreft. Ondertussen is de these van de eenmansversie in recente standaardwerken over de NS-periode volmondig overgenomen, zoals onlangs door de Britse historicus Ian Kershaw in zijn Hitler-biografie. Slechts een klein groepje historici, die zich profileren als aanhangers van de Zwitserse historicus Walther Hofer, blijven onverminderd vasthouden aan de these van de naziprovocatie. Zij putten uit precies dezelfde processtukken als de Duitse justitie in 1933, die vergeefs zocht naar bewijzen van een communistische samenzwering, om er omgekeerd het bestaan van een nazicomplot uit te concluderen. Op die manier zijn zij, uit naam van een heilig soort antifascisme, slachtoffer van het achterhaalde complotdenken rondom de Rijksdagbrand. Er zijn ook auteurs die op grond van al deze complottheorieën van de weeromstuit een soort algemeen ‘anticomplotdenken’ ontwikkelen, waardoor elke analyse van de provocaties van de kant van de staat, in welke vorm dan ook, teniet wordt gedaan. Deze dogmatische manier van anticomplotdenken wordt met name verdedigd door Charles Reeve en Yves Pagès, die onlangs Van der Lubbe’s reisdagboek, artikelen en brieven in het Frans uitgaven. Toen de Éditions Antisociales eind 2004 de Franse vertaling uitbracht van de brochure van Nico Jassies over Marinus van der Lubbe en de Rijksdagbrand (in 2002 gepubliceerd door de Dolle Hond), maakte de auteur van de gelegenheid gebruik om, in een uitvoerig gedocumenteerd nawoord, de polemieken rond de Rijksdagbrand samen te vatten en de drogredenen daaromtrent te ontzenuwen. Het is dit nawoord dat nu in bewerkte vorm voor handen is.

Beschikbaarheid: 26 op voorraad

Artikelnummer: 21318 Categorie: Tags: ,
Subtitel: Hoe geschiedenis gemanipuleerd wordt.
Auteur: Jassies, Nico
Jaar: 2006
ISBN: DH28
Pagina's: 36
Taal: Dutch / Nederlands
Uitgever: Dolle Hond
Uitgever stad: Amsterdam
Verschijningsdatum:
Winkelwagen
Scroll naar boven