N’Zinga is een Afro-Amerikaan die opgroeide in de armoedige buurten van Baltimore en sinds zijn zestiende in de bajes zit en daar van een opstandige jongeling een politiseerde bajesactivist werd. Heen en weer gaand door zijn leven vertelt hij anecdotes. Hij verhaalt over een collega-gevangene die vermoord werd tijdens een ruzie over telefoontijd, over een ontmoeting met een misbruikte prostituee. Hij schrijft over de raciale politiek van het bajes industriële complex. In zijn stukken verwijst hij naar een vreemde combinatie van referentiepunten, variërend van Frantz Fanon, George Jackson, anarchisme en Tupac Shakur. N’Zinga is zeer actief in de gevangenen ondersteuningsnetwerken. Met een voorwoord van de zwarte historicus Robin D.G. Kelley.