De dagboeken uit Kongo werden pas na meer dan dertig jaar vrijgegeven door Fidel Castro. De uitgave bevat nieuwe foto’s uit het familiearchief en een voorwoord van Ernesto’s weduwe Aleida Guevara March. Samen met honderden ‘fidelistas’ verliet Che Guevara in 1964 Cuba, waar hij op dat moment minister was in de regering van Fidel Castro. In het diepste geheim reisden zij naar Kongo om in Katanga de wapens op te nemen tegen de door Amerika gesteunde dictator Mobutu. Guevara had besloten zijn theorieën over de guerrilla te beproeven en de onderdrukte volkeren van Afrika te helpen om de last van het koloniale imperialisme af te werpen. De eerste opdracht was om de jonge Laurant Kabila te helpen in zijn strijd tegen dictator Mobutu, die na de moord op Patrice Lumumba de macht had gekregen in het pas kort onafhankelijke Kongo. De geheime expeditie liep uit op een fiasco. Dit boek bevat het relaas van deze mislukking. De ‘bevrijding’ van Afrika bleef uit: de Kongolese soldaten waren ongedisciplineerd en bijgelovig en terroriseerden de boerenbevolking.