In 1974 publiceerde K. Schippers in zijn ‘Holland Dada’ over de dadaveldtocht door Nederland in 1923. De Duitse kunstenaar Kurt Schwitters, Theo van Doesburg en Nelly van Doesburg hielden een tournee langs Nederlandse steden om dadaïstische voorstellingen te geven. Het was een gek drietal dat het dadaïsme populariteit moest geven. Kurt Schwitters was door de Berlijnse dadaïsten afgewezen, Theo van Doesburg was redacteur van het constructivistische tijdschrift ‘De Stijl’, en zijn vrouw was gedebuteerd met traditionele verzen. Hubert van den Berg stelde een documentair boek samen met documenten, knipsels, aankondigingen en manifesten over de ‘veldtocht’. Van Doesburg vond het geen probleem om op één avond een ‘dadasophie’ te geven én een anti-dadaïstisch betoog. Zich baserend op deelstudies zoals ‘In Haarlem snoot ik mijn neus zei Schwitters me; Dada in de Spaarnestad’ van W. de Graaf (a.i. 88-15-099-2) heeft Van den Berg het verhaal van Schippers hier en daar nog wat kunnen aanvullen.