Motes woonde zelf in Kosovo tot 1976, daarna bezocht ze het land nog geregeld en volgde de ontwikkelingen in dit autonome gebied van de Servische deelrepubliek, en van het uiteenvallende Joegoslavië op de voet. In dit boek beschrijft ze met gevoel voor detail en een grote dosis humor de moeizame relatie tussen Kosovaren en Serven van 1966 tot 1999. Tito’s aanzetten tot autonomie voor de regio, de daarop volgende Albanisatie van de regio in het begin van de jaren zeventig om te besluiten met de desintegratie in de periode van 1988 tot 1999.