Dit boek beschrijft de voortschreidende globalisering van de Nieuwe Economische Wereldorde en de daarmee gepaard gaande armoede. De metropolen in het Noorden worden meer en meer geconfronteerd met een interne tweedeling van de maatschappij. Er groeit een structurele onderklasse, van werklozen, daklozen, kanslozen en `illegale’ arbeid(st)ers die een steeds sterker gloeiend kruitvat worden. De auteur pleit voor het ontwikkelen van nieuwe concepten en ideëen om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden en voor een anarchistisch alternatief dat levensvatbaar en creatief is.