Herman de Liagre Böhl zet in dit rijk geïllustreerde boek de roerige geschiedenis uiteen van het Amsterdamse stadhuis. Het was eeuwenlang een hoofdpijndossier: een geschikt nieuw Amsterdams stadhuis. In 1808 was het stadhuis op de Dam door Lodewijk Napoleon als koninklijk paleis in gebruik genomen en het bleef ook daarna als paleis dienst doen. De gemeenteambtenaren werkten in het achterafgelegen Prinsenhof aan de Oudezijds Voorburgwal tussen kantoren, tabaksmagazijnen en bordelen. De zoektocht naar een goede oplossing duurde voort. Steeds voltrok zich eenzelfde patroon: de Amsterdammers riepen om teruggaaf van het paleis aan de stad, raadsleden deden suggesties en B & W hielden de boot af. Uiteindelijk besloot de gemeente in 1954 dat het nieuwe stadhuis aan de Amstel zou verrijzen, maar de bouw begon pas in 1982, onder luid protest. Het bouwplan omvatte inmiddels ook een theater, een ander project waar de stad al heel lang mee worstelde. De Stopera was geboren, met dank aan de Oostenrijkse architect Wilhelm Holzbauer, die het samengevoegde ontwerp voltooide met architect Cees Dam. In 1986 – nu 30 jaar geleden – werd het gebouw na een fikse overschrijding van het bouwbudget geopend.